Het smelt. Haast onzichtbaar, maar het smelt. Wat het was, wordt het langzaam niet meer. Dus we houden het tegen. We vriezen het in. Houden het uit de zon. Want wat het was, dat moet het zijn. Maar wat als smelten geen aftakeling is, maar groei? Of smelten groei noch aftakeling, maar gewoon verandering? Verandering van de ene vorm naar de andere. Van vast naar vloeibaar. Van identificeerbaar naar onderdeel van de chaos. Van succesvol operazanger naar man die niet meer kan zingen vanwege zijn Parkinson.